

De bouwstijl die het meest aanwezig was rond het jaar 1000 was Romaans. Deze Romaanse bouwstijl ging gepaard met verschillende kenmerken:
-
Dikke muren
-
Boogramen
-
Hoogbouw op de viering
-
Horizontale vormrichting
-
Houten daken
Er was echter nog een veel groter kenmerk en dat was hoe de vorm van de kerk was. Een Romaanse kerk had altijd een vorm van het kruis. Op het hart van dat kruis, de viering, kwam een piramidevormige toren en links en rechts van de voorgevel bouwde men vaak ook nog een klokkentoren.
Ze kozen natuurlijk niet voor deze kenmerken omdat ze het simpelweg ‘leuk’ vonden, maar er zat een diepere mening achter. De dikke muren bijvoorbeeld dit was geen gezicht maar ze hadden nog niet de techniek om het gewicht te hangen aan het gewelf wat later wel werd gedaan. Het gehele gewicht van het dak werd opgevangen door de muren. De boogramen waren afgekeken van de Romeinen, dit was omdat ze toch best tegen de bouwkunst van de Romeinen op keken.
De Romaanse bouwstijl komt vaak over als lomp en lelijk, maar je moet jezelf bedenken dat de mensen nog niet de kennis hadden die wij nu bezitten. Ze waren vooral bezig met het eren van God en niet met hoe het gebouw het er op zijn mooist uitzag.
1. Koorsluiting
2. Priesterkoor
3. Doksaal
4. Kooromgang
5. Straalkapellen
6. Kruising of Viering
7. Transept
8. Schip of Middenschip
9. Zijbeuken
10. Narthex
